maandag 22 juni 2009

3e Zondag na Trinitatis

Houtsnede van rond 1600: ovis et drachma perdita Lucas XV -
Het verloren schaap en het verloren muntstuk



Lucas 15 : 1 – 10 Het verloren schaap

Bij een eerdere perikoop -voor de 1e zondag na Trinitatis- refereerden we al aan het begin van het 15e hoofdstuk van het Lucas-evangelie, de eerste zinnen van de perikoop voor deze 3e zondag na Trinitatis. We lezen dat de Farizeeërs zich eraan ergeren dat Jezus zich ophoudt met tolgaarders en boosdoeners (zondaars staat er in andere vertalingen). Jezus gaat op hun opmerkingen in met drie gelijkenissen: ‘het verloren schaap’, ‘het verloren muntstuk’ en ‘de verloren zoon’. Deze drie gelijkenissen mogen wellicht in elkaars verlengde worden gezien. Samen vormen zij de volledige tekst van dit 15e evangeliehoofdstuk.
Door de inhoud wordt er natuurlijk geduid op de zondaars en tolgaarders, die in de ogen van de Farizeeërs geen goede mensen zijn, die God niet op de juiste manier dienen, zich niet aan de wet en de Joodse voorschriften houden. Zij lijken eigenlijk verloren te zijn. Maar wanneer hun zielen worden terug gewonnen voor God dan is er grote vreugde.
Siegward Knijpenga wijst in zijn boekje op de drie verschillende vormen van vreugde die in de drie gelijkenissen worden genoemd:

Lucas 15:7 'Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt….'

15:10 'Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.'

En in de derde gelijkenis van de verloren zoon (niet in deze perikoop) heerst en grote vreugde bij de vader. De vreugde ‘verdicht’ zich van hemel, via engelen tot de Vadergod.

Dan is er nog een ander gegeven waarop men kan letten: de getallen. De herder verliest een van zijn honderd schapen (het aantal staat in de tekst erbij). De vrouw raakt een van haar tien munten kwijt. De vader heeft twee zoons, waarvan er een vertrekt. Het is alsof er ook op deze manier in de drie gelijkenissen naar een climax wordt toegewerkt: een van honderd, een van tien en een van slechts twee.

In een eerdere notitie werd Emil Bock ook al aangehaald, die aantoont dat de gelijkenissen in het evangelie volgens Lucas qua thema steeds ademend heen en weer pendelen tussen het thema ‘liefde’ en het thema ‘gebed’, ofwel tussen het in de wereld handelen en het zoeken van de stilte van het meditatieve moment. De gelijkenis van het verloren schaap gaat over de daden van de herder en zijn van liefde vervulde mentaliteit. De gelijkenis van de verloren penning gaat juist niet over het handelen in de buitenwereld uit de liefde maar over het gebed, ofwel het verzorgen van het innerlijk leven. Wanneer deze twee gelijkenissen hetzelfde thema zouden hebben dan zou de liefde voor het veloren geldstuk een merkwaardige gelijkenis vormen, waarmee de begeerte naar bezit van geld zou kunnen worden goedgekeurd. Dat misverstand heeft overigens in de christelijke geschiedenis voor wantoestanden gezorgd doordat mensen de evangelietekst inderdaad als excuus voor commerciële en egoïstische doelen gebruikten. Het geldstuk waarnaar gezocht wordt representeert echter de innerlijke kern in de mens. In dat licht is het niet vreemd dat de vrouw naar dat geldstuk blijft zoeken. Wanneer je in de wereld wil werken en uit liefde goede daden wilt verrichten, moet je tegelijkertijd het innerlijk leven verzorgen. Anders verlies je de krachten om het liefdewerk vol te houden.

Bronnen:
Siegward Knijpenga: Wie is mijn naaste?
Emil Bock: Van de Jordaan tot Golgotha, hoofdstuk 5 – Christus de leraar